Hoe vindt screening op kindermishandeling op spoedeisende hulp afdelingen plaats?
In ziekenhuizen waar gescreend wordt op
kindermishandeling met behulp van een korte vragenlijst wordt vaker een
vermoeden van kindermishandeling gesignaleerd dan in ziekenhuizen waar men dit
niet doet.
Bij binnenkomst van elk kind vult een verpleegkundige van de
spoedeisende hulp die de eerste opvang van het kind verzorgt zo’n vragenlijst
in. Zij beantwoordt zes korte vragen met ja of nee. De vragen hebben betrekking
op risicofactoren van kindermishandeling en gaan over het verhaal dat verteld
wordt bij binnenkomst door kind en/of ouders, de snelheid waarmee ouders hulp
hebben gezocht, of de verwondingen passen bij de leeftijd van het kind, hoe het
gedrag tussen ouders en kind is, of de bevindingen bij het lichamelijk
onderzoek passen bij het verhaal dat is verteld en of er mogelijk andere
signalen zijn waardoor de verpleegkundige twijfelt aan de veiligheid van het
kind of zijn omgeving.
Als een van de vragen afwijkend wordt beantwoord draagt
de verpleegkundige dit over aan de behandelend arts, deze is verantwoordelijk
voor het verder onderzoeken van de veiligheid van het kind. Bij zorgen hierover
meldt de arts het kind aan bij het team kindermishandeling van het ziekenhuis
of direct bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling, zodat er verder
onderzoek wordt ingezet naar het mogelijk voorkomen van kindermishandeling.